Tuinverlichting zelf aanleggen!

Een goede tuinverlichting geeft je bezoek een warm welkom en voorkomt halsbrekende toeren in bijvoorbeeld een onverlichte schuur. Warme zomeravonden worden nóg mooier, want slim geplaatste buitenverlichting doet zijn werk en maakt dat je nóg langer van het  buitenleven kunt genieten. Een ervaren elektricien kan je helpen om het jaar rond van je tuin te genieten door de aanleg van goede tuinverlichting. Hij heeft kennis van zaken.

Wil je het zelf doen? Er zijn bij het aanleggen van tuinverlichting een aantal aandachtspunten die we hieronder voor je bespreken.

Veiligheid staat voorop!

Gebruik alleen producten die geschikt zijn voor buitenverlichting. Aansluitingen, leidingen, lampen en schakelaars moeten allemaal waterdicht zijn. vocht en weersomstandigheden hebben invloed op de lampen, bekabeling en schakelaars. Tuinverlichting kan aangesloten op het gewone elektriciteitsnet – 230 Volt – maar kan ook via een trafo naar 12 Volt gebracht worden. Maak van de tuinverlichting een aparte groep.

Alle bekabeling wordt ingegraven op een diepte tussen de 50 en 60 cm. Hierdoor voorkom je dat bij kleine tuinklussen de aanleg van de verlichting wordt beschadigd. Verlichting op prikspots of in de vorm van zuiltjes langs het tuinpad geven goed zicht. Maar wat dacht je van grondspots die je de weg wijzen: kleine lampen die ingegraven omhoog schijnen zonder te verblinden. Met special verlichting zet je een boom in je tuin ook ‘s avonds in the spotlights. Overweeg om op het terras of halverwege de tuinafscheiding één of meerdere waterdichte stopcontacten te plaatsen. Zo kan je in de zomer buiten werken (je laptop of tablet opladen) en is het schoonspuiten van het terras of het snoeien van de heg met een ellenlang verlengsnoer verleden tijd.

Met de juiste buitenverlichting is iemand zó gezien – dus ook inbrekers. Installeer een bewegingsmelder bij de voor- en achterdeur of zet er een schemerschakelaar tussen.